Een extra orgaan
Alle dieren zijn eigenlijk ‘etende buizen’: een buis van mond tot kont die voedsel omzet in energie. Hoe die buis – het spijsverteringskanaal – is opgebouwd, bepaalt wat elk dier kan eten.
Omdat bacteriën zelf uit eiwitten bestaan en ze nuttige vitamines en vetzuren produceren, hebben voordarm-fermenterende dieren het meeste profijt van de samenwerking omdat ze de populatie bacteriën én de goede stofjes als toevoeging van hun dieet kunnen opeten! Wie wil dat nou niet?
Het model is een abstract buizensysteem van mond tot kont dat de 3 plaatsen van bacteriële fermentatie toont, afhankelijk van het type dier. De plek van fermentatie bepaalt namelijk of het dier een voordarm-, achterdarm- of dikke darm fermenteerder is.
Kijk naar de kleuren op het model:
Mond en slokdarm
1
Voormaag of krop (voordarm-fermenteerders: koe of hoatzin, een vogelsoort)
Maag
Dunne darm
2
Blinde darm (achterdarm-fermenteerders: paard, konijn)
3
Dikke darm (dikke darmfermenteerders: mens, varken)
Endeldarm en anus
Daarnaast staat een model van een lichaam met een aangepast spijsverteringsysteem– zie je de extra oranje maag? Daarin zit de nieuwe populatie bacteriën die ons zal helpen met de voor-vertering van planten, waarna we de bacteriën en de nuttige voedingstoffen die ze produceren, mee opeten.
Zou jij openstaan voor een extra orgaan om pro-actief jezelf aan te passen om een duurzamere etende buis te zijn? Minder afhankelijk te zijn van dierlijke eiwitten, de voorverwerking van voedsel en meer energie te halen uit plantaardig voedsel?
Wist je dat
de rode panda zich al heeft aangepast? Het is oorspronkelijk een carnivoor maar hij eet voornamelijk bamboe. Zijn spijsverteringsstelsel heeft zich tijdens de evolutie aangepast met een vergrote blindedarm en enkele nieuwe soorten bacteriën. Zo kan de panda overleven door het eten van overvloedig aanwezige maar energie-arme bamboe.